In december 2017 startte ik met het maken van rode wijnazijn. Hierover is uitgebreid te lezen in het volgende blogbericht: deel 1 van de rode wijnazijn.
Via Facebook kwam ik in contact met een mevrouw uit Frankrijk die mij een stuk van haar azijnmoeder per post heeft gestuurd. Ik had er ook voor kunnen kiezen om dit niet te doen, maar dan zou het proces van omzetting van alcohol naar azijn erg lang duren.
De azijnmoeder kwam helemaal uit Frankrijk per post. |
Nadat de azijnmoeder in een weckpot met rode wijn had gestaan was zij groot genoeg geworden om te worden toegevoegd aan de grote azijnpot met de nodige rode wijn. |
De azijnmoeder wordt, samen met rode wijn, in de azijnpot gedaan. |
En hier staat ze te rijpen. |
In juni 2018 was de rode wijnazijn helaas nog niet goed tot ontwikkeling gekomen. Lees hier uitgebreid over in het volgende blogbericht: deel 2 van de rode wijnazijn. Ze rook chemisch en niet naar azijn. Mijn vermoeden was dat dit kwam doordat ik er in de winter mee begonnen was. De temperatuur is dan niet optimaal: azijnbacteriën vermenigvuldigen zich namelijk bij een temperatuur vanaf ongeveer 20 graden.
Verder werd mij door een bloglezer, een verzamelaar van kennis over oude conserveringstechnieken, aangeraden om wat water toe te voegen. Als je wijn onverdund wilt laten omzetten naar azijn, krijg je te veel azijnzuur. Dit is veel te sterk en vertraag het azijnmaakproces. De verhouding is als volgt: bij een alcoholpercentage van 12 tot 14 procent: doe 35 ml water bij 100 ml wijn.
Dit heb ik toen gedaan.
Ik liet de rode wijnazijn weer zijn gang gaan en in september 2018 keek ik weer eens in de azijnpot. En tot mijn vreugde (ja echt) had er zich een fragiele azijnmoeder gevormd en de geur was minder chemisch! Voor meer info hierover, kun je op de volgende link klikken: deel 3 van de rode wijnazijn.
En dan is het nu inmiddels oktober 2018, en weer keek ik in de azijnpot.
En ja hoor, de azijngeur kwam me tegemoet en er dreef een stevige azijnmoeder aan de oppervlakte!
Mijn man kwam de keuken binnenlopen en werd weggeslagen door de sterke azijngeur. Dat zit dus goed! De volhouder wint: ik heb geleerd dat de temperatuur goed moet zijn: zeker boven de 20 graden, wil de azijnmoeder zich kunnen ontwikkelen. Ook helpt het, als het proces traag verloopt, er nog een stukje azijnmoeder bij te doen.
Ik ga nu op dezelfde weg verder met het maken van de rode wijnazijn. Ik koester de azijnmoeder. Dit doe ik door haar steeds te voeden met rode wijn en wat water. Als dit een aantal weken gestaan heeft, tap ik wat rode wijnazijn af en vul dan van bovenaf weer aan met rode wijn en een beetje water.
Het verhaal dat je allerlei slechte wijn bij de azijnmoeder kunt kwakken is niet waar. Het kan wel, maar de kwaliteit van de wijnazijn zal er dan ook naar zijn. Ik kies voor een behoorlijk goede kwalitatieve wijn. De kwaliteit van de rode wijnazijn is dan navenant.
Naast deze rode wijnazijn heb ik ook een rode wijnazijn in een doorzichtig vat gemaakt. Het voordeel van een doorzichtig vat is dat je precies kunt zien wat er in het vat gebeurt. Het schijnt beter te zijn om de azijn donker weg te zetten, maar daar heb ik verder geen last van gehad. Met deze azijn ben ik in de zomer begonnen en deze doet het uitstekend. Ik heb er al een flesje van getapt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten